Wat is vrede toch een geluk
Door: Pascale
Blijf op de hoogte en volg Cheers to Happiness
09 Januari 2023 | Cambodja, Phnom-Penh
Phnom Penh is andere koek dan Siem Reap. Daar was te zien dat toeristen geld in het laatje brengen, hier is te zien wat een arm land het is. De straten zijn vuil, mensen leven eenvoudig met soms niet meer dan een bankje achterin hun winkeltje. Vlees hangt in de zon, kinderen liggen te slapen onder het verkoopkarretje van hun ouders. Simpele houten huisjes vormen een contrast tegen de luxe hotels. De stad is in opmars, maar de fundering is zwak.
Als we inchecken in het hotel vraagt de receptioniste waar we vandaag vandaan komen. Als we vertellen dat we uit Siem Reap komen kijkt ze ons verbaasd aan. Daar zou ze heel graag heen willen vanwege het aftelmoment van oud en nieuw. Dat zou de place to be zijn! We hadden al gezien dat er van alles opgebouwd werd, maar dat het zo groots zou zijn. Lekker dan…
We lopen de stad in, richting de boulevard aan de Mekong rivier. Onderweg lopen we tussen de barretjes met westerse mannen, sexpacts, omringd met Cambodjaanse vrouwen. Prostitutie is hier verboden maar levendig. Thailand staat er bekend om, maar vanwege de prijzen gaan veel mannen naar Cambodja. Doordat het verboden is gebeurd er veel underground en is er dus van alles mogelijk. Triest. Hoe kan je.
Aan de boulevard is het gelukkig een stuk vrolijker. Er wordt geflaneerd, gesport, spelletjes gedaan, gedanst. Het paleis schittert ons tegemoet en we voelen dat we in een andere wereld zijn. Qua restaurantjes kunnen we het hier even niet vinden en we belanden uiteindelijk bij een Mexicaan. Even wat anders en fijn om in plaats van de geluiden van de drukke stad de gezellige muziek te horen. We zijn gaar van de lange dag en liggen er vroeg in.
De stad heeft enorm geleden onder de genocide van de Rode Khmer, die in 1972 het land leidde en eigenlijk pas echt ten onder ging in 1995. Heel recent dus. Als je het land bezoekt kun je niet om deze oorlog heen, en ondanks dat we erover twijfelden om de musea erover op te zoeken, doen we het toch. Bijna iedereen die we ontmoeten heeft de oorlog mee gemaakt en verschrikkingen doorstaan. De ontzettend vriendelijke en hartelijke eigenaar van ons hotel in Siem Reap sleepte met zijn been, het leek of hij een gedeelte van zijn voet miste. Vragen komen op maar we stellen ze niet. We besluiten de musea toch te gaan bezoeken. Uit respect, respect dat de mensen overeind zijn gekomen na zoveel ellende. Hoe zij positief en vrolijk door het leven gaan, gericht op het nu en de toekomst. Het is een heftige geschiedenis en ik kan me voorstellen dat je er niet over wilt lezen. Sla het schuingedrukte gedeelte dan over.
Tijdens de Vietnam oorlog bombardeerden de VS het platteland waardoor iedereen naar de stad getrokken was. Pol Pot en de Rode Khmer beloofde het land beterschap en zorgde dat de VS en de Communistische Vietnamezen de strijd voortzetten in Vietnam. De Cambodjanen volgden hoopvol Pol Pot maar liepen hun dood in. Pol Pot wilde een niet-kapitalistische samenleving, hij schafte geld en godsdienst af en iedereen moest op het land werken. De Rode Khmer verjoegen de 2 miljoen inwoners Phnom Penh naar het platteland, of vermoorden ze. De stad werd een spookstad.
Onderscheid mocht er niet zijn, iedereen moest het zelfde zwarte tenue aan. Familie werd afgeschaft en kinderen afgenomen, omdat dat je identiteit zou geven. Ankar, zoals de staat zich noemde, bepaalde wie zich mocht voortplanten en voedde de kinderen op. Als je intelligent was, was je een bedreiging en werd je vermoord. Ook al droeg je een bril of sprak je een tweede taal, want dan zou je weleens intelligent kunnen zijn. Mensen stierven van honger, slechte omstandigheden en hard werken. Veel mensen werden gemarteld en vermoord. In een paar jaar tijd heeft de Rode Khmer een kwart van de bevolking uitgeroeid. Een kwart! Moet je bedenken, dat 1 op de 4 mensen die je kent vermoord wordt door iemand uit de overige driekwart.
Net buiten de stad ligt een van de Killing Fields. Wij gaan erheen en maken ons klaar voor een pittig bezoek. En dat was het ook. In principe is er niet heel veel te zien, maar de audiogids met daarover de verhalen van de mensen die het overleefd hebben zijn beeldend. 9000 mensen zijn hier in massagraven aangetroffen. Mensen werden doodgeslagen met schoppen want kogels waren te duur. Kelen werden doorgesneden met palmblad zodat ze geen geluid konden maken. Baby’s werden aan hun voeten vast gehouden en met hun kop tegen een boom doodgeslagen. De boom staat er nog. Evenals kleding en botten die door de regen de grond uitkomen. Een van de overleefden vertelt dat de afzondering het ergste was, dat je met niemand meer contact mocht hebben van wie je hield. Dat je eigen volk je dit aan deed. Er was geen hoop, er was honger, mensen hadden geen thuis. Veel mensen stierven vanzelf. Een andere overlevende vertelt dat ze verkracht was en dat ze tot op de dag van vandaag afgestoten wordt. Een ander verteld dat hij veertien was toen hij de stad uitgejaagd werd. Zijn moeder had hem verteld dat toen ze zwanger was ze droomde dat ze zag dat haar zoon, hij, als volwassene, het goed had, in een vreemd land woonde en gelukkig was. Ze hield zich vast aan die droom en heeft hem dat altijd voor gehouden. Maak je geen zorgen, met jou komt het goed. Hij vertelt dat die droom hem op de been gehouden heeft. Hoop en vertrouwen dat het goed komt. Volhouden en doorgaan om zijn moeder niet teleur te stellen. Hij heeft in de gevangenis gezeten, is gemarteld geweest, zag zijn broer voor zijn ogen vermoord worden en is uiteindelijk gaan lopen naar Thailand vanwaar hij doorgereisd is naar de VS. Later heeft hij veel werk verricht voor de Verenigde Naties. Hoop doet leven.
Genocide, volkerenmoord, het kan overal gebeuren. De Cambodjanen zagen het niet aankomen. Evenmin als Rwanda, Joegoslavië, de landen onder de IS en momenteel in Myanmar en in China. Allemaal recente gebeurtenissen waarbij mensen in hun eigen land andere mensen uitmoorden. Omdat ze anders zijn, omdat ze niet goed doen, omdat iemand zich beter voelt. Ik vind het een afschuwelijke gedachte dat de mens hiertoe in staat is.
Vanaf de Killing Fields gaan we met een TukTuk terug de stad in, naar de S21 gevangenis. Een oude school wat de Rode Khmer omgebouwd heeft tot een gevangenis. We nemen niet opnieuw een audio gids, we zijn nog vol van de verhalen van de Killing Fields. Maar de foto’s die in de gevangenis hangen hebben nog meer effect op ons. Op de Killing Fields kreeg ik buikpijn en werd mijn keel dicht geknepen, hier krijg ik het letterlijk benauwd, hartkloppingen en misselijk. Ik kan de dood nog ruiken. Bloed is in de hoeken in de tegels getrokken, de bedden waarop mensen vastgebonden werden en gemarteld staan er nog. Iedere dag moesten gevangenen verhalen vertellen en opschrijven wat je gedaan had, om vervolgens om vergiffenis te vragen. Daar werd je dan voor gestraft, heftig gemarteld. Ook als het verhaal niet waar was, ook als je geen verhalen meer had. Je moest tenslotte wel fout zijn. Zo was er een Nieuw Zeelander samen met zijn vriendin en een Canadese vriend aan het zeilen, op weg naar Thailand. Door een verkeerde wind kwamen ze in Cambodjaanse wateren terecht. De vriendin werd vermoord, zij overgebracht naar deze gevangenis. Ze moesten wel spionnen zijn. Ze zijn een maand gemarteld totdat ze bezweken. Martelen om te kunnen martelen, om geen enkele andere reden.
Zulke verhalen zijn er veel. Ze hebben alles nauwkeurig vastgelegd, alle ‘bekentenissen’, alle foto’s. Dagelijks zaten hier zo'n 1000 a 1500 gevangen in kleine houten hokjes, te klein om te liggen. Totaal hebben er ongeveer 20.000 gevangenen gezeten, waarvan er twaalf het overleeft hebben; zeven volwassenen en vijf kinderen.
De foto’s van al die personen zijn beklemmend. Zoveel. Van sommige is te zien dat ze mishandeld zijn, sommige zijn al overleden op de foto, sommige kijken met doodsangst in de camera.
Bij het zien van de foto’s en het realiseren om hoeveel mensen het gaat, gaat de herinnering aan de kisten die aan kwamen met de lichamen van de MH-17, door me heen.
Niet zoveel als hier, maar ook toen kwam de hoeveelheid als donderslag binnen. Een moment wat ik bij mij draag en ik raak van slag. Tegelijkertijd schaam ik me er voor. Wat is nou mijn trauma vergeleken met dit, met wat hier is gebeurd.
In 1979, 4 jaar later, werd Cambodia ‘bevrijd’ door Vietnam, die de Rode Khmer verdreef naar het noorden. De Rode Khmer kreeg steun van oa de VS, Groot Brittannië en Duitsland, omdat zij ook tegen de Communistische Vietnamezen streden. Lange tijd zaten zelfs leden van de Rode Khmer aan tafel bij de Verenigde Naties. Door die steun hield de Rode Khmer het tot 1997 vol te blijven bestaan. In 1998 stierf Pol Pot in vrijheid, onbekend waaraan. In 2004 zijn (slechts) vijf verdachten veroordeeld door het tribunaal, waaronder Duch, de baas van de gevangenis.
Slechts vijf veroordelingen, drie anderen konden vanwege hun dood niet meer veroordeeld worden. Acht personen die verantwoordelijk gesteld werden voor de dood van 2 miljoen mensen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe hebben deze acht grond onder de voeten gekregen en gehouden? Het is ongelofelijk.
We besluiten het voor voldoende te houden. We kunnen niet meer. Vluchten bijna de gevangenis uit. Gelukkig kunnen we dat.
Op zoek naar lucht besluiten we de stad door te lopen, op weg naar het centrum waar we de bus moeten boeken om naar de grens te gaan. En we zien ineens een hele andere stad dan de avond ervoor. Hier zijn dus wel de leuke restaurants, hippe eettentjes en vrolijke straten. Veel een soort pop ups, grind op de grond, gekleurde tafels en stoelen en een open keuken. We worden er blij van, en dat is wat we kunnen gebruiken. Het plan was om nog even naar het hotel te gaan voordat we het oud en nieuw gedruis binnen gaan, maar de stad staat om 19:00 uur al op zijn kop. Duizenden mensen, overal eetstalletjes, mensen zitten op kleedjes op het gras, hotels met lichtshows op de gevel, een podium met dans en muziek show. Het is een grote uitgelaten boel. Super, super leuk. Dat hadden we niet gedacht, na de reactie in het hotel. We betalen de bus, de volgende morgen om 7 uur worden we opgehaald. Dat voelt ineens als een hele slechte planning, maar goed, geboekt is geboekt. We zien wel. Nu het feest in. Het hotel laten we voor wat het is, we halen ons hand door ons haar en lopen de gezelligheid in.
We denken dat het podium op de nationale televisie is, zo groots is het opgezet. Erop een dansshow en een kennelijk bekende zangeres, want er wordt volop meegezongen. Het klinkt goed en lekker en onze heupen deinen mee, armpjes de lucht in. Daar zijn we bijna de enige in, Cambodjanen dansen niet. Dat wij dat doen trekt aandacht. Achter mij doen ze me vrolijk na, we worden gefilmd en er wordt gegiecheld. De reactie’s zijn positief en aanmoedigend, duimpjes omhoog en blij. We zijn ook bijna de enige blanken hier, dus logisch dat we gezien worden.
De voetjes zijn moe na zo’n dag en we geven die rust in een heel klein Iers pubje. Met zijn achten zit het vol, inclusief personeel. Heel gezellig, want doordat het zo klein is, is de saamhorigheid groot. Het ligt in een straatje wat vol met cafeetjes zit, sfeervol en leuk. Dit hadden we de avond ervoor moeten vinden!
Net voor twaalven lopen we terug naar het podium. Het verkeer in de stad is een gekkenhuis, auto’s staan strak vast, scooters en tuktuks gebruiken ieder gaatje om door te kunnen rijden. Oversteken is een kwestie van gewoon gaan lopen en doorlopen. Luid aftellend gaan we met zijn allen het nieuwe jaar in en onder het siervuurwerk wensen we elkaar en daarna de mensen om ons heen een Happy New Year. De sfeer is goed en blijft goed.
Een taxi had geen zin waardoor onze voetjes nog een wandeling van 30 minuten te goed hadden. Uitgeteld lagen we op bed, waar vier uur later de wekker alweer ging. 350 km naar de grens, 8 lange uren in een volgepropt busje. 13 volwassenen, 3 kinderen, een scooter (!), 6 x 20 kilo zakken rijst en bagage tot het dak gestapeld zodat het bij iedere rem naar voren valt. De stoel net iets te klein, je knieën tegen de volgende aan. Geen hoofdsteun dus knikkebollen is met recht knikkebollen. De kinderen hebben hun waterijs laten vallen zodat de hele vloer plakt. Afval wordt sowieso op de grond gegooid. De weg is eerst slecht, dan echt slecht. Er ligt wel een betere weg, maar daar rijden we niet op vanwege de tol. Met een Australiër vragen we ons af of het geen tijd wordt om de backpack periode achter ons te laten en definitief het taxi tijdperk in te gaan. Maar de kilometers en de tijd verstrijken en zo komen we om half vijf aan bij de grens. Wat we op de heenweg niet gedaan hebben, hebben we nu wel gedaan, namelijk de hele rit geboekt. Met als resultaat dat we meer betaald hebben als alle passagiers bij elkaar en dat we, omdat het geld toch al verdiend is, belazerd worden. Bij de grens zijn we oplettend en laten we het geld wisselen, het stempeltje regelen, het verkeerde busje praatje, aan ons voorbij gaan. Maar in Thailand worden we niet bij de pier maar bij het busstation driekwartier verderop eruit gegooid. Daar wachten we 15 minuten op een taxi waar we dan tevreden in zitten maar weer uitgehaald worden. Er zou een andere taxi komen, maar dat bleek een gedeelde Songthaew te zijn. De taxichauffeur en een ander mannetje hebben het geld van de taxi in hun zak gestoken en ons, voor een fractie, in deze gezet. Iedereen verdient aan je, we moeten het maar zien als sponsoring. De Songthaew wilde nog wachten totdat die vol is, maar toen was Pascalletje het zat. Hij ging rijden en driekwartier later stonden we bij de ferry. Die natuurlijk ook nog niet vertrok… Om acht uur ’s avonds waren we bij het hotel op Kho Chang, 13 uur nadat we vertrokken waren. Het warme welkom van de jongens van het cafe, de Pad Thai en het koude biertje maakte alles weer goed. We zijn weer terug op ‘ons’ eiland.
Tijdens de busrit was er natuurlijk voldoende tijd om terug te kijken op het jaar. Een jaar wat begon met twaalf druiven in Spanje en doorging naar hiken in Portugal en naar Santiago. Vervolgens langzaam terug naar Nederland waar we nog net de sneeuw konden ervaren. Om zes weken later onderweg te gaan naar Zuidelijk Italië. Met de boot over naar Griekenland en vandaar omhoog naar Albanië, Montenegro, Kroatië, Slovenië, dagje Oostenrijk en weer terug Italië in en de Dolomieten op. In oktober terug naar Nederland, Nomad op stal en wij naar Thailand, op en neer naar Nederland en als laatste Cambodja. We komen nog eens ergens. Benieuwd wat het komende jaar ons gaat brengen.
We wensen jullie allemaal een heerlijk en gezond 2023. Maak er op jouw manier een mooi jaar van, want het is zonde om tijd te laten liggen. Tel je zegeningen vaker dan je zorgen, wees lief voor jezelf en elkaar, laat je droom uitkomen en vier het leven! Cheers to Happiness!
-
09 Januari 2023 - 19:22
Adrie:
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley