Wonderen zijn de wereld niet uit
Door: Pascale
Blijf op de hoogte en volg Cheers to Happiness
05 Januari 2023 | Cambodja, Khett Siem Reab
Na een zeer gezellige kerstavond ging de wekker best vroeg. Het hotel had ons verwend met nasi, verse ananas en Thaise poffertjes dus we zouden het voorlopig wel volhouden onderweg.Het afscheid van het eiland en van het hotel maakte ons weemoedig en tegelijkertijd hadden we zin om op pad te gaan, op zoek naar nieuw. Zo hebben we dus de eerste kerstdag van 2022 gevierd; achterin een vol minibusje, op weg naar een stoffige grens.
We hadden ons op het ergste voorbereid en misschien dat het daarom allemaal mee viel. Het verhaal ging dat je voor de grens uit het busje gegooid zou worden en daar onder dwang een visum aan moet schaffen. Dit hadden we getackeld door alvast een e-visum te regelen zodat we op het moment dat het busje ons eruit zette we direct zelf naar de grens konden lopen. Met een beetje een voldane blik van ons pakken ze niet lieten we de rest van het groepje achter. Bij de grens zou de een na de ander ons verkeerd verwijzen om zo een paar dollars aan ons te verdienen. Zou, want wij ervaarden niets van dat en liepen zo naar de douane. Op het moment dat we de grensdocumenten aan het invullen zijn komt de rest van ons groepje aangelopen. Niks niet dat ze gedwongen werden, niks niet dat ze belazerd zijn. Nou ja, gelukkig maar. Omdat het verhaal ook ging dat het vervolg busje niet zou gaan rijden zodat je een taxi neem hadden we bij voorbaat bedacht helemaal niet voor dat busje te betalen en sowieso een taxi te gaan nemen. Maar de taxi’s bleken duur en het busje bleek op tijd te vertrekken. Resume; geen scams, geen gedoe, alles smooth en wij alsnog in het busje onderweg naar Siem Reap. Wel met een tientje korting, want onze ego’s moeten tenslotte ook gevoed worden.
Twaalf uur nadat we ingestapt waren zijn we uitgestapt voor ons hotel in Siem Reap, waar we hartelijk ontvangen werden. Het was even wennen, we zaten voor dezelfde prijs als op Kho Chang maar nu in een wat ongezellig hok. Als je moe bent is schakelen niet het makkelijkste, maar de volgende dag waren we al meer tevreden.
Cambodia is een van de armste landen ter wereld doordat ze lange tijd in oorlog geleefd hebben. Er is bijna geen industrie doordat de rode Khmer dat verbood en export bestaat alleen uit kleding omdat de textiel industrie gebruik maakt van de lage lonen. Gelukkig gaat het, sinds er geen oorlog meer, met het jaar beter met het land. Vooral toerisme brengt geld in het laatje, dus corona heeft hier een mokerslag uitgedeeld.
Siem Reap blijkt een stad met een lekker sfeertje en de eerste dag struinen we er een beetje in rond. In de tempel is het druk en op het moment dat we uitcheckten waarom dat was,kwamen er tientallen monniken op een rijtje aangelopen.
Fotogeniek natuurlijk en als twee persfotografen liepen we er achteraan. In de tempel namen alle monniken plaats op de grond, met daarachter en eromheen wat ‘gewone’ mensen. Door een lief vrouwtje werden we uitgenodigd om bij haar te gaan zitten en ondanks dat ze geen woord engels sprak heeft ze ons met gebaren toch een beetje verteld wat er gaande was. Ik vermoed dat het Buddha dag was vandaag, dat wat ik al eerder heb gezien tijdens mijn meditatie. Mensen werden gezegend, legden offertjes voor het altaar, we kregen wierook om dat ook te kunnen doen en na een tijdje begonnen de monniken te chanten. Chanten gaat op zo’n toon en ritme dat de energie er niet alleen voor zorgt dat het prettig is om te doen, maar ook om naar te luisteren. Een mooie belevenis om zo met onze neus in de boter te vallen.
Met een Tuk Tuk zijn we naar een Lotus farm gereden, die even buiten de stad ligt. De lotus wordt voornamelijk gebruikt om te offeren, waarbij de lange stengels weggegooid worden. Een Fransman heeft daar wat op gevonden, of tenminste dat pretendeert hij. Als je de stengel breekt komen daar slierten uit en als je die droogt ontstaan er draad, waarmee je dan weer kleding kan weven. Een mooie oplossing want, zo vertelde de Fransman trots, de lotus doet geen kwaad aan de natuur, zorgt zelfs dat water schoner wordt, de stengels worden op deze manier goed gebruikt en de kleding is van sublieme kwaliteit. Gouden idee maar helaas met een gouden prijs. Het is totaal niet haalbaar, een klein sjaaltje kost 230 dollar. Hoeveel?!? Wie koopt dat? Want eerlijk is eerlijk, zo mooi ziet het er niet uit… Maar goed, de Fransman is trots en wij weer terug naar de stad. Was toch een lekker ritje met de Tuk Tuk.
Zo’n lekker ritje hadden we de volgende dag ook. Lekker op tijd ook, we werden om half vijf opgehaald zodat we de zonsopkomst achter Angkor Wat konden gaan zien. Daar waren we niet de enigen in, met nog een paar honderd man stonden we in het donker te wachten tot het licht werd. We zagen geen hand voor ogen en het was dat onze vriendelijke Tuk Tuk chauffeur ons had verteld waar we zijn moesten en omdat de rest er ook stond, want anders hadden we net zo goed ergens op een veldje kunnen staan. Dat maakte die zonsopkomst nog iets van spannend. Wat gaat er komen als de zon het gordijn opentrekt? Na een half uurtje naar een donker gebouw te hebben gekeken werden we ongeduldig en zijn we dat gebouw in gelopen. En dat was magisch. Met nog bijna niemand binnen, in het schemer, liepen we terug de tijd in.
Het Khmer koninkrijk heersten van de 9e tot de 13e eeuw over bijna heel zuid-oost Azië. Het begon bij koning Jayavarman, die zichzelf naast koning ook een goddelijke status had gegeven. Een hoogmoed waar veel huidige wereld leiders ook last van hebben. Om zichzelf te eren liet hij Angkor Wat bouwen, toen het middelpunt van het rijk. De koningen die volgden deden hetzelfde zodat er een stad vol tempels ontstond, nu een van de zeven wereldwonderen. Ik ben er iets van twintig jaar geleden ook geweest, maar wonderen kan je nooit genoeg hebben.
In eerste instantie betroffen het Hindu tempels, maar aan het eind van het tijdperk werd het boeddhisme ingevoerd en ook Boeddha geëerd.
In 1431 liepen de Thai het land binnen, maakten een eind aan het Khmer tijdperk en werd Angkor achtergelaten. De natuur nam de stad over. In 1860 gaven de Thai het stokje over aan de Fransen, die in de jungle Angkor ontdekten. Echt veel hebben ze er niet in geïnvesteerd, want Vietnam was veel belangrijk voor hen dan Cambodja, want daar lag de handel. Pas in 1953 werd Cambodja voor het eerst sinds het Khmer tijdperk onafhankelijk maar het mocht niet lang duren. Een paar jaar later raakte Cambodja verwikkeld in de Vietnam oorlog, de strijd tussen de communisten (China)en de VS. 600.000 slachtoffers en de twijfelachtige eer om het meest gebombardeerde land ter wereld te zijn was het gevolg. In 1975 kwam aan die oorlog een einde, op dat moment nam Pol Pot en de rode Khmer de leiding, en volgde een tijd met een van de verschrikkelijkste genocides ooit.
Door al deze oorlogen en ellende is Angkor lang verborgen gebleven voor archeologen en toeristen. De omgeving lag vol met mijnen, de natuur had de stad overwoekerd en het land had wel iets anders te doen. Toen ik er de eerste keer was, was het toerisme nog maar net op gang, de grote hotels in aanbouw en Siem Reap een kleine stad. Hoe anders is het nu. Toen zo’n 100.000 bezoekers per jaar, pre-corona stond de teller op ruim 2,5 miljoen. Toch ervaren we het als redelijk rustig. Het tempel complex is zo groot, het grootste ter wereld, en veel toeristen laten Cambodja nog links liggen sinds covid.
We halen alles uit de dag en zijn van zonsopgang tot zonsondergang in Angkor. We zien natuurlijk Angkor Wat, een tempel gebaseerd op de vijf toppen van Mount Meru, de heilige berg en het huis van de goden. Bayon, bekend van de 2000 Boeddhistische gezichten die de vier richtingen op kijken. Ta Prohm, waar de vijgenbomen en jungle de tempel bewonen en bekend uit Indiana Jones en Tomb Raider. De bomen groeien dwars door de tempel heen, muren opzij duwend. Het is mysterieus, sprookjesachtig, geheimzinnig. En Banteay Srei, de vrouwentempel en ook wel parel van Angkor genoemd. Zeer waarschijnlijk gebouwd door en voor vrouwen, namelijk zo verfijnd, precies en prachtig dat er gezegd wordt dat mannen er niet toe in staat zijn. Het is tot 1914 bedolven geweest en daardoor zo goed behouden. Een beauty.
Een wonder doet wat met je, en daar moeten we een dag van bijkomen. Heerlijk in een mooie, groene tuin met goed eten en yoga aan het eind van de middag. We maken een plan voor de komende tijd. Iets wat prima klinkt maar wat we soms goed zat worden. Uren op je telefoon kijken waarheen, welk hotel, wat kost een vlucht, of de bus, of toch ergens anders heen. Het eerste plan was om vanuit Phnom Penh naar Laos te vliegen, maar de tickets zijn (te) duur, voor een koffer in het ruim betaal je al 80 euro. Dat is bijna duurder dan de inhoud. Een bus is eigenlijk geen serieuze optie, dus wijziging van het plan. Via Kho Chang terug naar Bangkok en daar met de trein naar Laos, en dan aan het eind van de trip. Dus weer terug naar ‘ons’ eiland, wat voelt als even naar huis gaan.
Maar voordat we dat doen gaan we naar de hoofdstad, Phnom Penh. Een busritje van 7 uur, die ontspannen verloopt. Het is tenslotte net waar je je op instelt. Een broodje met pindakaas mee voor onderweg, want het voordeel van een voormalige Franse kolonie is dat er goede bakkertjes zijn.
-
06 Januari 2023 - 05:57
Adrie:
-
06 Januari 2023 - 05:57
Adrie:
-
06 Januari 2023 - 05:58
Adrie:
Weer prachtig verhaal
Groetjes van mijn adrie
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley