Arighato Japan! - Reisverslag uit Osaka, Japan van Cheers to Happiness - WaarBenJij.nu Arighato Japan! - Reisverslag uit Osaka, Japan van Cheers to Happiness - WaarBenJij.nu

Arighato Japan!

Door: Pascale

Blijf op de hoogte en volg Cheers to Happiness

09 Mei 2018 | Japan, Osaka

Het station van Kyoto is een spectaculair futoristisch gebouw, en immens groot en druk. Het bestaat uit staal en glas en is heel ruim en open. Door middel van 6 lange roltrappen kom je op het dak, waareen tuin zit en je een mooi uitzicht over de stad en de skytower hebt. Dat is nog eens een mooi ontvangst van de stad.
Na de dagen in een hostel was het heerlijk om weer een eigen kamer te hebben met eigen douche, bad(je), toilet. En deze had zelfs nog een klein keukentje. We hadden dus een soort van yuppenappartementje middenin een hele hippe, beetje exclusive wijk, vol met boetieks en leuke eet en koffietentjes. Ik moet nog even wat vertellen over de toilletten hier in Japan. Dit is namelijk een soort van evenement, een experience. De bril is verwarmd en daarvan kan je de warmte aanpassen aan je behoefte, meestal afhankelijk hoelang je erop door wilt brengen. Je kan een muziekje of voor een kletterend water geluid kiezen, zo hoeven de buren niet te horen wat je aan het doen bent. Er is een waterstraal die je billen schoon maakt, of een waterstraal die de voorzijde afspoelt, of een voor beide. De kracht van de straal is bij te stellen. Als je klaar bent kan je door middel van een knopje doorspoelen en de bril naar beneden laten gaan. En deze sensatie krijg je dus op bijna iedere toilet is Japan, ook de openbare, ook die op treinstations, zelfs die in de trein!
Ons appartementje heeft nog meer van die vernuftigheden, zo kan je de doucheruimte omtoveren tot drooghok met warme lucht, kan je de temperatuur van het water digitaal stellen en is er een kleine tv in de muur van het bad.

Kyoto staat bekend om de geisha’s en de tempels, waarvan er 17 (!) op de Unesco lijst staan. We zijn een beetje tempel moe en gaan ze dus echt niet allemaal bekijken. Daarnaast, als je veel hebt gezien, hoef je ook niet meer alles te zien, het gaat meer om de beleving. Tot die conclusie kwamen we helemaal toen we de Fushimi Inari-taisha bezochten. Deze staat bekend om de tienduizenden rode poorten op weg naar de tempel. Deze poorten geven aan dat je je op heilige grond bevind, in dt geval denk ik héél heilig. Als je alle poorten wilt doorgaan ben je zo 2 tot 3 uur bezig, om bij een nog heiligere tempel te komen, een tempel om de oogst te eren. Je wilt echt niet weten hoe druk het hier was. Op sommige plekken stroopten de mensen echt op en stond je stil. We hebben het een stukje geprobeerd en wat foto’s geschoten, maar verder vonden wij het wel best. Wij hebben al een goede oogst.
We zijn natuurlijk wel even langs de eetkraampjes gegaan, prioriteiten moet je stellen nietwaar, waar we van de yakkitori en een dubbelgeklapte omelet met kool en allerlei andere ingrediënten erin gesmuld hebben. De meeste dingen die verkocht worden op eetmarkten en in straatkraampjes is zoetigheid. Niet normaal, waar laten die kleine lijfjes het. Veel is bewerkt met matcha, groene thee poeder of met kleverige rijstmeel en bonenpasta. Een bolletje rijstmeel met sesampasta of met kastanjepasta is de favo van Cindy. Ik eet natuurlijk wel gezellig een hapje mee, zo ben ik.

De geisha cultuur bestaat nog levendig en voornamelijk achter gesloten deuren. Om een echte geisha ceremonie bij te mogen wonen moet je en de juiste mensen kennen en grof geld betalen. Dit geldt ook voor de Japanners. Natuurlijk zijn er wel geisha optredens die makkelijker toegankelijk zijn, maar dit zijn wel geisha’s die ervoor geleerd hebben, maar niet hun leven ervoor geven, dus gewoon thuis wonen, een prive leven hebben en het tijdelijk kunnen doen. De echte gaan van jongs af aan in opleiding, worden gekozen door een okiya, waar ze ook bij verblijven. In de tijd van hun opleiding heten ze maiko, en als ze heel goed zijn bereiken ze de status van geisha. Dit zijn ze dan vaak voor het leven, als ze ouder zijn beginnen ze hun eigen okiya. In de wijk Gion in Kyoto kan je de maiko’s en geisha’s nog wel spotten, ze lopen korte stukjes over straat, in snelle pasjes. Om ze te spotten zijn er hele tours opgericht en als er een over straat loopt duiken de fotograverende toeristen erop af. De eerste avond liepen we in een nauw steegje met geisha huizen aan weerzijden, maar ook met de nodige toeristentraps, slechte restaurants en bars. In deze straat haalde een geisha ons in. Ik was vertraagd met mijn camera pakken, mede omdat ik eigenlijk niet mee wil doen met het circus. Dus geen foto, maar wel gezien! Doordat ze maar vluchtig te zien was en snel weer een huis inglipte maakt dat het mysterieus is. Dat, samen met de houten huisjes en dichte ramen geeft het een bijzonder, mystiek sfeertje.
De dagen erna hebben we nog een groepje maiko’s gezien, die afgeschermd werden. Daar kon ik wel van afstand een foto van maken. En we hebben het gevoel dat we een okiya gezien hebben, een oudere mooie vrouw, die een geisha huis in glipte. Toch bijzonder!

In een Spaans cafeetje hebben we een Japanse vrouw ontmoet die ons het een en ander heeft verteld over het Japanse leven. Zo werken ze hard, en is het not done om je vakantiedagen op te nemen. Vandaar dat ze veel officiele feestdagen hebben, dan moet de werknemer wel vrij zijn en voelen ze zich niet bezwaard. Dagelijks overwerk is normaal, de werkweek is wel officieel 40 uur, 5 dagen, maar eigenlijk altijd zijn ze pas om 2100 uur thuis. Het is daarbuiten ook nog normaal om een avond met je collega’s op pad te gaan. Het leven is wel heel veel werken, en ze mogen wel met pensioen als ze 65 zijn, maar de meeste werken door want ze hebben geen idee wat ze met die tijd moeten doen. Vaak werken ze hun hele leven voor hetzelfde bedrijf. Binnen het bedrijf wordt er veel overlegd, hierdoor ligt de verantwoording nooit bij één persoon. Er wordt dus veel gewerkt, maar efficiënt is het niet, uiteindelijk kan je maar een maximaal aantal uren per dag echt productief zijn. Het komt voor dat Japanners zich letterlijk dood werken.
Verder vertelde ze dat Japan maar weinig toeristen heeft, demeeste zijn toerist in eigen land. Dat er weinig westerlingen zijn zien wij ookwel, maar kennelijk ook weinig Aziaten, op Koreanen na. Japanners zijn ook echt eilanders en niet bericht op de buitenwereld. Engels wordt nog steeds weinig gesproken, in overheidinstellingen al helemaal niet. Dit houdt veel expacts tegen.
En onder genot van het biertje legde ze uit dat Japanners niet goed tegen alcohol kunnen en daarom weinig drinken. Ze schijnen geen of te weinig stoffen te hebben in hun lever om de alcohol af te kunnen breken.
Al met al een leerzame borrel.

In Nara viel de regen helaas met bakken uit de hemel, maar we zijn niet van chocolade. Ergens in de 8e eeuw was Nara de hoofdstad en zijn er veel, heel veel, tempels gebouwd. En daar wilden we toch wat van zien. Ze hebben hier het goede systeem dat er overal paraplu’s staan die je mag gebruiken en weer ergens anders terug mag plaatsen. Een soort witte paraplu’s systeem. Zal hier wel vaak regenen. Nou, wij konden die gewoonte wel waarderen. Vroeg in de middag miezerde het maar die miezer werd regen en later bakken. Het voordeel was dat het hierdoor rustig was en het groen friste op en het zag er eigenlijk allemaal nog mooier uit.
Een van de tempels is het grootste houten bouwwerk van de wereld met daarin een van de grootste bronzen beelden, een zittende Buddha. 16,2 meter hoog, 500 ton en het brons bestaat uit 380 ton koper en tin. In de poort naar de tempel toe en aan weerszijden van Buddha staan beschermgoden van hout, 8,5 meter hoog. Ze zijn zo mooi uit het hout gesneden dat ze driedimensionaal zijn en het gevoel geven alsof ze leven. Nou heb ik al heel wat Buddha’s gezien, maar dit was wel een hoogtepuntje.
Een andere tempel was ook indrukwekkend, maar ditmaal om de weg ernaar toe, honderden lampionshuisjes van steen met mos erop. Sprookjesachtig.

Het buddhisme in Japan is afkomstig uit China maar een beetje aangepast. De belangrijkste stroming is Shingon Buddhisme en dat heeft ene Kobo Daishi in begin 9e eeuw aan de man gebracht. Hij bedacht dat het goed was voor de monniken een plek te hebben ver van de verleidingen en waar ze in alle rust zich aan het buddhisme kunnen wijden. En dat werd Khoyasan, in de bergen, tussen de bomen en het woud en ver van de bewoonde wereld. Het mausoleum van Kobo Daishi is er ook en ze zeggen dat hij niet dood is, maar daarin aan het mediteren is, in afwachting van de nieuwe Buddha. Deze plek is de heiligste plek van Japan. Wij hebben daar een nacht in een tempel verbleven. De rit ernaar toe was inderdaad weg van de bewoonde wereld, twee keer een uur in treinen vergelijkbaar met een sneltram, dan een boemeltje met de gemiddelde snelheid van 20 km/u, een kabelbaan en een bus, maar het was het ons dik waard. Het kwam met bakken uit de hemel en dat zou tot de volgende ochtend zo blijven dus uit noodzaak bleven we lekker op onze kamer in de tempel. Weer zo’n mooie met tatami matten, rijstpapieren deurtjes en laag tafeltje met kussens. Verwaming aan, theetje drinken, relaxen. We hbben met een kalligrafie pen sanskriet letters overgetrokken, waarbij we voordurend een wens in onze gedachte diende te houden. Dit werkt heerlijk rustgevend. In de middag hebben we een gezamelijke meditatie gedaan, anders dan in Thailand, maar ook weer vergelijkbaar. Same same, but different. En een stuk luxer. De avondmaaltijd kregen we op de kamer, op lage tafeltjes. Allemaal kleine vegetarische hapjes en stuk voor stuk een culinair hoogstandje. We zaten met twee hele blije kopjes in onze yukata’s (kimono’s) enorm te genieten! Daarna nog lekker in zo’n hete onsen, nou zen werden we!
De volgende ochtend vroeg hebben we het meditatie ritueel van de monniken bijgewoond, met klankschalen en chanting, in een mooi aangeklede tempel. Daarna iets bijzonders, we mochten een vuurritueel bijwonen. Onder luid opzwevende tromgeroffel en zang werd er een vuur in een tempel gemaakt. Vuur omdat het een van de elementen is, en het doel is dat je hierheen afstand kan doen waar je vanaf wilt. Dit kan je hoofdpijn zijn, maar bijvoorbeeld ook negatieve gedachtens of onnodig lijden. Ook mag je juist wensen doen, en ons kalligrafie papiertje met onze wensen erop wordt ook in zo’n vuur verbrand.
De opzwepende muziek in combinatie met het vuur, de rook en de donkere tempel maakte het allemaal erg indrukwekkend.

Niet alleen Kobo Daishi, maar ook vele anderen lighen hier begraven, en dat zorgt voor de grootste begraafplaats van Japan. En wat voor een, hier kan je met een gerust hart het hiernamaals in. Tussen prachtige joekels van bomen, middenin de mooie bergen en groene natuur, staan duizenden kleine tempeltjes. Het was nu droog, maar het woud druppelde nog na en de druppels glinsterden nog. Mystiek...
Zonder geloof geen bijgeloof, zo was er een put waarbij, als je je weerspiegeling in het water niet zou zien, je binnen drie jaar komt te overlijden. Gelukkig zagen wij die wel en we hebben vrolijk en toch ook wat opgelucht staan zwaaien naar ons evenbeeld. Op een andere plek ligt er een steen in een tempel. Als je die met een hand kan optillen ben je vrij van je zondes, anders heb je nog wat op te knappen. Er stonden wat mannen om de steen heen en hen lukte het niet. Ze keken vol verwachting of het mij zou lukken. Tuurlijk lukte me dat, ha ha ha. Zwaar onder de indruk, naar mijn lichaam kijkend, wilden mijn handen zien en weten waar we vandaan kwamen. Cindy was daarna aan de beurt en zij kreeg m ook een stukje omhoog. Zo, wij hebben een partij een indruk achter gelaten! Ha ha ha. Die Japanners...

Die zijn trouwens erg schoon en netjes. Nergens rommel, nergens viezigheid. In een restaurant krijg je een mandje om je tas in te zetten zodat die niet op de grond hoeft te staan. Een paraplu gaat eerst in een zakje en dan in een paraplubak. Overal moet je je schoenen uit en krijg je slippertjes aan. Of eigenlijk meer een soort sloffen. Als je dan naar het toilet gaat staan daar dan weer speciale toiletssloffen die je alleen daar aan hebt. Op die sloffen staat ook een afdruk dat het toilletsloffen zijn. Heel grappig als je die dan weer vergeet uit te doen en je de tempel rond loopt op die toiletsloffen, zoals Cindy dat overkwam...
Nergens vuilnisbakken, iedereen neemt zijn rommel weer mee. Die schijnen trouwens ten gevolge van 9-11 weggehaald te zijn als angst voor een aanslag, en nooit meer teruggeplaatst. Knap dat zoiets een een norm verandering teweeg kan brengen. Kan me niet voorstellen dat dat in Nederland ook zou lukken, als een vuilnisbak vol zit wordt het er vaak gewoon naast gegooid onder het mom dat ze het maar op tijd moeten legen.
Er lopen nog best veel Japanners met mondkapjes op. Dit is ter bescherming van ziektes, als ze ziek zijn willen ze wel graag werken en om anderen niet aan te steken doen ze een mondkapje op. Maar ook als ze niet ziek zijn, om het niet te worden.

Na weer net zoveel treintjes terug kwamen we weer in de bewoonde wereld, en hoe. Osaka is neon city. Overal reclame, knipperende lampjes, letterlijk schreeuwende billboards, grote bewegende krabben, kreeften of andere dingen die ze verkopen, een reuzenrad midden tussen de winkels, hele gave lantaarnpalen en overal geluid. Veel hippe mensen en vooral veel mensen. Je zou er ADHD van krijgen. Een mooie plek om onze reis af te sluiten. Japan is mooi, bijzonder, soms magisch en heel speciaal. Ontzettende vriendelijke mensen, prachtige natuur, indrukwekkende steden, fijne treinen en fantastisch eten. We hebben genoten, arigatho Japan!

  • 10 Mei 2018 - 16:58

    Adrie:

    Weer een mooi verhaal gr van ons

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Cheers to Happiness

Cheers to Happiness!

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 521
Totaal aantal bezoekers 129152

Voorgaande reizen:

23 September 2009 - 29 December 2025

Life is good!

03 Mei 2021 - 01 September 2025

Samen

05 November 2011 - 05 December 2011

Amsterdam - Dakar

Landen bezocht: