Alegria - Reisverslag uit Jerez de la Frontera, Spanje van Cheers to Happiness - WaarBenJij.nu Alegria - Reisverslag uit Jerez de la Frontera, Spanje van Cheers to Happiness - WaarBenJij.nu

Alegria

Door: Pascale

Blijf op de hoogte en volg Cheers to Happiness

17 Januari 2022 | Spanje, Jerez de la Frontera

Kort samengevat, een week later zaten we met gekapte haartjes en getest aan het nieuwjaarsdiner van het hotel. Het hotel waar we met mijn vader en Lily zouden zitten hadden deels een voucher gegeven dus aan ons de schone taak om die op te maken. Een oude finca met uitzicht op de olijf, avocado en mango bomen. Smaakvol ingericht, vriendelijke mensen en een kaart met mooie gerechten. ‘T kan verkeren.

Oud en nieuw vieren ze hier in Spanje iets anders dan we gewend zijn. De avond begint met een lang diner met de familie, in een restaurant of thuis. Dat hebben ze met kerst ook gedaan, doen ze iedere zondag en met drie koningen nog een keer. Hoe krijgen ze het in godsnaam voor elkaar om niet tonnetje rond te worden.
Wij passen ons graag aan, dus lieten we ons de vijf gangen welgevallen. Tegen de klok van twaalf kregen we een feestpakket uitgereikt en zo zat iedereen in het restaurant met een feestmuts, rode neus en slingers op. Daar krijg je de slappe lach van, helemaal omdat eigenlijk verder niets gebeurd. Zit je dan. Daarnaast kregen we de 12 druiven, dé traditie van Spanje. Elke klokslag van de twaalf prop je een druif in je mond die je wegspoelt met de cava. Dat klinkt makkelijker dan gezegd maar ik ben allang blij dat het geen oliebollen zijn. De 12 druiven staan voor iedere maand geluk. 2022 wordt weer een goed jaar.

We hebben er drie dagen van mogen genieten en dat hebben we van top tot teen gedaan. Het is fijn om zo aan te kunnen schuiven en verwend te worden, maar ook de normale dingen zijn nu heel waardevol. Heerlijk lang in bad zitten, onbeperkt en goed elektriciteit en internet en wakker worden in een goed en ruim bed. We hadden moeite om het hotel te verlaten, maar eenmaal weer in Nomad was het eigenlijk ook weer lekker. Is toch een soort van thuis zijn. Om erin te komen zijn we naar een vertrouwd plekje gereden bij Torcal NP. Eentje met fantastisch uitzicht en waar we, nu voor de derde keer, uitspreken dat we er wel zouden willen wonen. Wie weet.

Jan wilde het maar toen was het dicht, mijn vader wilde het maar toen was er corona en nu kwam het er voor ons van, de Caminito del Rey. Een beroemd wandelpad door een kloof waarvan gezegd werd dat het het meest gevaarlijke wandelpad van de wereld was. Ik heb de meest gevaarlijke weg van de wereld, in Bolivia, gefietst, ik heb de bussen van India ontweken, de brommers van Indonesië getrotseerd en door het zand van de Sahara gescheurd. Dus deze stond al een tijdje op mijn lijstje. Maar helaas, of misschien juist ook niet, hebben ze het hele pad opgeknapt en toegankelijk gemaakt voor Jan en alleman. Het pad loopt langs de helling van de kloof en langs stijle bergwanden met soms een diepte van 100 meter onder je. Begin vorige eeuw ontstaan om door middel van ezels de materialen te transporteren om de elektriciteit centrale te bouwen. Het pad was provisorisch aan de wanden gemaakt, zonder leuningen en soms niet meer als een smalle stalen balk. Een jaar of 30 geleden hebben ze het afgesloten. Gedeeltes van dit pad zijn nog zichtbaar, het nieuwe pad is er direct boven gemaakt en nu van stevig materiaal.
Ondanks dat we er nu met onze handen in onze zakken over heen konden slenteren was de omgeving natuurlijk niets veranderd en prachtig mooi. De kloof is smal met diep onder je de bruisende rivier. Na de kloof gaat het pad over in een groen dal met rotsen in dieprode en roze kleuren, om uiteindelijk te komen op een bergwand boven een meer, waar je met een brug van de ene wand naar de andere loopt en het water onder van grote hoogte naar beneden valt. Een koningsroute, het doet zijn naam eer aan, zelfs zoals het tegenwoordig is.

Na kerst kregen we hier een heerlijke zomerperiode cadeau. Elke dag een graag of 22, stralende zon, korte broek en terrassen vol. Direct langs de kust ontstaat er in de ochtend dikke mist doordat de zee kouder is, maar als die wegtrekt komt er zomer voor in de plaats. Heerlijk zeg. Na tien dagen begint het te wennen, maar dat was dan ook weer net de dag dat het omsloeg. Nog geen klagen hoor, 1 dag regen en koud, maar de zomer maakt nu plaats voor mooie herfstdagen, 16-18 graden en koude nachten. Al met al is het goed toeven hier, en daar zijn we niet de enige in. Bijna alle camperplaatsen waar we komen staan vol, het barst hier werkelijk van de campers. Is ook wel gezellig, want ergens alleen staan kan soms onbehagelijk voelen. We zijn eigenlijk altijd wel blij als er een ‘wit vriendje’ bij ons in de buurt staat. Aan de kust zijn de meeste plaatsen grootst en overvol, overeenkomstig met de resorts en flats. Maar als je ook maar een klein stukje naar het binnenland gaat krijg je leuke dorpjes, ruimte en mooie plekjes. Daar genieten we toch het meest van.

Drie Koningen, 6 januari is hier, natuurlijk weer, een feestdag. Dit keer voor de kinderen. Net zoals bij ons met Sinterklaas, krijgen ze cadeaus en worden ze verwend. Het begint al op de 5e, dan is er feest op school en zijn er overal optochten. De kindertjes zijn in het nieuw gestoken en lopen stralend in de rondte, alsof ze zelf de koning(in) zijn. De 6e zelf wordt gevierd met de familie en is verder alles dicht. Voor ons dus een rustdag, tijd voor gitaar, tekenen, schrijven, lezen, spelletjes doen en als we mazzel hebben (want goed internet én 220Vt nodig) tv kijken. Twee koninginnen in hun kleine paleisje.

Inmiddels zijn we een half jaar op pad, voor ons beide de langste tijd dat we uit Nederland weg zijn. We missen weinig, maar ik voelde van de week voor het eerst het verschil met de andere keren. Mijn ervaring was dat hoe lang ik ook weg was, thuis veranderde er niets wezenlijks. Iedereen ging nog dezelfde gang en het leven was gewoon doorgegaan. Ik merkte wel dat ik er soms buiten viel door bijvoorbeeld niet automatisch voor een feestje uitgenodigd te worden, of dat sommige vriendschappen meer aandacht nodig hadden dan dat ik ze gaf. Ik vond het soms moeilijk, maar gelukkig waren de mooie vriendschappen ertegen bestand en konden we het vuurtje weer aanblazen. Nu is dat anders. Er is geen thuis meer, thuis is waar Nomad ons brengt. Dierbaren zitten in ons hart en niet meer in de omgeving. We zullen hoogstens een week of 5 in Nederland zijn om vervolgens weer op pad te gaan. Ik besef me nu wat voor invloed dat heeft op ons sociale leven. Ik wist wel dat we onze hechte vrienden en onze familie zouden gaan missen, maar af en toe mis ik ook het praatje op straat, het zwaaien naar de buuf, koffietje doen, het onverwachtse borreltje in het cafe. Ik weet wel, waar we ook zullen gaan wonen, dat het weer opnieuw zal ontstaan, maar voor nu realiseer ik mij hoe fijn het was. Gezien te worden, contact te hebben. En natuurlijk idealiseer ik het me, maar missen en idealiseren gaan nou eenmaal hand in hand. Deze wereldvrouw heeft toch meer dorpsmeisje in zich dan gedacht. Wat zal mijn moeder trots zijn. Ik hou met vast aan de gedachte dat sommige mensen in mijn hart zitten en dichter bij me kan je niet zijn.

Maar dat even tussendoor, terug naar onderweg. Omdat we zoveel zien moeten we af en toe keuzes maken. We kunnen en willen niet ieder leuk dorpje zien of achter elkaar steden bezoeken. Het moet wel leuk blijven. Zo rijden we Cordoba voorbij en gaan door naar Sevilla. Wel via Carmona, toch weer een leuk dorpje met prachtig middeleeuws centrum én goede koffie en tapas. Dat bleek een goed voorproefje te zijn op Sevilla, want wat een mooie stad is dat. ‘ t Bruist, danst en straalt. Statige gebouwen met brede lanen vol met sinaasappelbomen en weinig verkeer. Maar ook veel kronlkelstraatjes tussen huizen in wit en geel, vol met leuke cafe’s en terrasjes. We begonnen de dag in het Alcazar, het paleis. Bijna iedere stad lijkt er hier eentje te hebben en we geloven het inmiddels wel, maar deze was nog wel even de moeite waard. Die in Granada is een stuk groter en indrukwekkender, maar deze heeft weer meer kleur en details.

En daarna lekker struinen, eten en drinken, want dat is toch het beste wat je kan doen in een stad. De Plaza de España is een groot half-vormig plein, ooit ontstaan vanwege de wereldtentoonstelling. Het is er kleurijk en levendig. Mensen zitten te zonnen, te lezen of te zijn in een van de kleurrijke bankjes die elk een andere stad vertegenwoordigen, en veel goede straatartiesten laten zien wat ze kunnen. Veel flamenco en hoeveel leuker is het om het zo te zien dan in een kant en klare toeristen show. Wij genoten ervan en als de Spanjaarden er ook in drommen omheen staan zal het ook wel iets van de kwaliteit zeggen.
We hebben lang niet alles gezien, maar je moet ook wat bewaren voor later. Een aanrader hoor, Sevilla!

Een dagje stad-ten hakte er bij mij een beetje in dacht ik, maar ik bleek een ziekte(tje) aan het voorbereiden te zijn. Om even bij te trekken zijn we terug gegaan naar ons ontspannen, chille plekje waar we voor Sevilla hebben gestaan. Een plek die allerlei camperaars en nomaden aan trekt, allemaal blije mensen en iedereen is oké met elkaar. Er staan wat picknick tafels en als je daar zin in hebt kan je aansluiten om een biertje te doen of een kaartje te leggen.
Het vermoeid zijn zette door en de volgende dag lag ik ziek in mijn mandje. Toch Corona? Ik hoopte zo van niet, want we hadden, naast de ziekte, vooral geen zin in weer tien dagen in quarantaine. Het enige waar Cindy wel zin in had was het spelletje tennis erna, maar ik moest haar daarin teleurstellen, de test was negatief en ik knapte na twee dagen weer op. We kunnen weer op pad.

Door naar Jerez de las Fortunas, de stad waar de sherry, de flamenco en de Andalusische paarden vandaan komen. Het kan bijna niet Spaanser. Die paarden zijn dezelfde als die in Wenen de show opvoeren. Ik heb het daar al eens gezien, hartstikke kunstig en bijzonder, maar voor mij, niet speciaal een paardenliefhebber, niet iets voor wat voor herhaling vatbaar is. Gelukkig hoefde het voor Cindy ook niet en konden we door naar de andere twee opties. Die vielen samen in een klein cafeetje, een tabancos, waar ze de 7 soorten sherry schonken begeleidt onder een flamenco show. Onder de naam rubios (blondjes) werd op de bar de rekening geschreven (1,50 voor een sherry, niet te gek) en van een vrolijke Spanjaard met bar-rekening-naam ‘Musica’, kregen we de uitleg over de verschillende sherry’s. De eerste is lichtkleurig, fino, deze wordt samen met de tweede Manzanilla, gerijpt onder een gist laagje en beide zijn dan ook droog en hebben minder alcohol als de volgenden. We nemen die maar, want de bodem die ze krijgen is alleen nog maar ons havermout ontbijtje. Hebben we eigenlijk een beetje spijt van, want droog komt in dit geval ook een beetje in de buurt van zuur. De vijf sherry’s die volgen hebben allemaal op eikenhout gelegen en verschillen qua smaak door de hoeveelheid zuurstof die ze gekregen hebben. Deze hebben de bekende zoete smaak. Na de Spanjaarden en de Engelsen zijn de Nederlanders trouwens de grootste sherry drinkers.
Onze ‘Musica’ vriend bleek een gezellige kletskous en praatte ons bij over de flamenco, het gebied waar we moeten gaan wonen (daar), over zijn werk (muzikant, dachten we al), over het leven. We verstonden de helft of nog minder, maar dat maakt in een cafe nooit uit. De flamenco show was minder mooi dan in Sevilla maar doordat het met zoveel enthousiasme gebracht werd genoot iedereen. Leuke stad Jerez.

In Spanje barst het van de honden en katten, niet alleen zwerfdieren maar ook heel veel als huisdier. Een kwart van de Spanjaarden heeft een hond (of meerdere) en er zijn 20 miljoen geregistreerde huisdieren in Spanje. Je kan dus wel stellen dat het dieren liefhebbers zijn. ’s nachts is het feest, dan blaffen de honden luid de laatste nieuwtjes aan elkaar door. We zijn inmiddels zover dat we er niet meer wakker van liggen.
In Cadiz hebben ze zowaar een kattengetto gecreëerd. Tussen de rotsen aan zee zijn tientallen kleine huisjes gemaakt, de meeste van karton, sommige met namen erboven, andere met een krabpaal. En de katten liggen er prinsheerlijk voor of in. Ze kijken soms wat verstoord op als de mens teveel kabaal maakt op de boulevard erboven, maar over het algemeen verloopt hun dag spinnend, wassend en zonnend. Ze krijgen eten, brokjes of een visje die een van de vissers net voor ze gevangen heeft. Een kattenparadijs. Zwerven is zo slecht nog niet.

Van Cadiz wordt gezegd dat het de oudste stad van Europa is, sinds 1100 v Chr. Columbus maakte het groot door daar te vetrekken naar Amerika. Het werd de thuisbasis van de zilvervloot, wat maakte dat de Engelsen en de Nederlanders de stad aanvielen en plunderden. Lange tijd hebben de Vlamingen en Brabanders daar het scepter gevoerd.
Cadiz ligt op een schiereiland en door de kleurrijke gebouwen en de ligging aan zee lijkt het op Havana - Cuba. Een heerlijk sfeertje met veel kleine levendige straatjes.
Na een hapje en een drankje besluiten we richting Portugal te gaan. Even een andere omgeving, al vinden we het beide ook wat lastig om dit gedeelte van Spanje achter ons te laten. We weten zeker, we komen er terug, hoe dan ook. Andalusië heeft ons hart gestolen, en wie weet blijft het daar.

  • 17 Januari 2022 - 22:10

    Henk Visser:

    Wat een heerlijk verhaal weer... Viva Espana! Leef en reis met jullie mee.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Cheers to Happiness

Cheers to Happiness!

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 330
Totaal aantal bezoekers 129184

Voorgaande reizen:

23 September 2009 - 29 December 2025

Life is good!

03 Mei 2021 - 01 September 2025

Samen

05 November 2011 - 05 December 2011

Amsterdam - Dakar

Landen bezocht: