Rota Vicentina - Reisverslag uit Sagres, Portugal van Cheers to Happiness - WaarBenJij.nu Rota Vicentina - Reisverslag uit Sagres, Portugal van Cheers to Happiness - WaarBenJij.nu

Rota Vicentina

Door: Pascale

Blijf op de hoogte en volg Cheers to Happiness

01 Februari 2022 | Portugal, Sagres

Onderaan de westkust van Portugal loopt een wandelpad van noord naar zuid, door de Alentejo streek en de Vicentine kust. Een oud pelgrimspad, al denk ik dat ze dat meer benoemen omdat het lekker bekt. Maakt niet uit, het is een pad die bijna volledig in de natuur loopt en goed aangegeven is. Ik kreeg dit pad getipt van mijn (wandel) maatje en bij deze tip ik het jullie.

We hebben een goede plek gevonden voor Nomad, onze spullen gepakt en zijn gaan lopen. Niet helemaal vanaf het begin van de route, we zijn op de tweede etappe ingestoken. Ongeveer 5 km om op het pad te komen, en daarna nog een kilometertje of 11 naar Cercal. 16 km, een leuk stukje om erin te komen dachten we. Nou dat stukkie viel nogal tegen. Eerst een stuk langs de provinciale weg waar we weggeblazen werden door de auto’s die met 100 km per uur langs ons heen raasden. Op een gegeven moment waren we het zat en zijn we een landweggetje ingelopen, een beetje op goed geluk. En dat geluk hadden we, want even verderop liepen we zo de trail op. Mazzel moet je hebben, beetje instinct ook.

Wat ons vooral even zwaar viel was die rugzak. Het moet letterlijk even zijn weg vinden op je rug. Echt veel hadden we niet bij ons, maar omdat de avonden nogal koud kunnen zijn hadden we meerdere lagen kleding bij ons. Gelukkig hoefden de slaapzakken niet mee, hotelletjes zat onderweg.

De route begon door de bossen met af en toe een stuk platteland en boerderijen. Geen verkeer en bijna geen mens. We lopen lekker kletsend en genietend naar Cercal en worden enthousiast ontvangen door een jonge gast die ons de kamersleutel geeft. Een prima hotel, vrij nieuw, met keukentje. Wel bere koud in de kamer, de airco op puntlassen hielp een beetje. Na een douche en wasje gingen we vol enthousiasme het dorpje in op zoek naar een gezellig terras en een hapje, maar er bleek maar weinig te beleven. Het knapste restaurant was op vakantie, de andere nog dicht dus dan maar een soepje met dikke boterhammen met kaas bij de bakker. Was eigenlijk helemaal niet zo verkeerd. Het hoogtepunt voor Cindy was de verse amandelkoek, voor mij haar lach toen ze het proefde.

Zo de eerste kilometers zaten erin. De volgende dag zou volgens de routegids een van de zwaarste etappes worden omdat er een paar stevige klimmetjes in zitten. Je op het ergste voorbereiden werkt mentaal goed en we hobbelen de 20 km eigenlijk best gemakkelijk door. Als dit de zwaarste is dan wordt het een makkie. We liepen vooral door een gebied met veel kurk- en eucalyptusbomen en werden her en der beloont met weids uitzicht.

Het onderweg zijn voelt vrij, onafhankelijk en puur. Dit is waar het menselijk lichaam voor gemaakt is. We hebben alles bij ons en we zien wel waar we terecht komen. Een beetje zoals met Nomad, maar dan nog meer naar de roots. Het is dan wel een langzaam transport middel, 4 a 5 km per uur, maar uiteindelijk leg je toch afstanden af. We zien de natuur en de omgeving veranderen en lopen dan na 20 km het dorpje in. Hier nog minder te beleven als in het vorige, het is ook nog zondag. We hadden een simpel hotel geboekt, onderdeel van een paar kamers achter een barretje. We stelden ons er niet veel van voor, maar het welkom wat we kregen was zo hartelijk en vrolijk dat hij ons hart stal. Het biertje was verdiend, de zon scheen, wat wil je nog meer. Nou een hapje eten. Een menukaart bleek niet beschikbaar, kip piri piri was de dish of the day of waarschijnlijk van deze maand. De kip lag onder een berg friet met voor de vorm een blaadje sla en een schijfje tomaat. Een typische Portugese maaltijd. En het ging er in als ketelapper. Eten smaakt goed als je ervoor gewerkt hebt.

Na een warme nacht onder drie dekens worden we gewekt door het gekraai van de hanen. Dat is al zo sinds Frankrijk en tegenwoordig mijn wekker. Net voor schemer beginnen ze, en dat is hier in Portugal rond half zeven. De honden blaffen normaal ’s nachts de roddels door, maar in dit dorp hebben ze een pact geslagen met de hanen. Zodra de hanen beginnen, janken de honden mee. Tientallen, en het gekke is, ze stoppen allemaal tegelijk. En zetten weer in bij de volgende kukeleku. Hebben we een yoghurtje op de kamer gegeten omdat we niet zeker waren of de bakker al open zou zijn. Hadden we het maar geweten… De bakker bleek open, had heerlijke koffie en goede Pastel de Nata, een klein pasteitje gevuld met custard en een gebrande bovenzijde. Hét ontbijt in Portugal, al eten ze het ook ’s middags. Favoriet bij Cindy, maar ik kan het ook waarderen, helemaal als er kaneel in zit.

De eucalyptus bomen zijn hoog en weelderig, het geeft het gevoel alsof we in de jungle lopen. De geur is heerlijk, het doet mij aan mijn oma denken. Het staat er hier vol van, wat bijzonder is, want ik dacht dat het alleen in Australië voor komt. Maar google laat me weten dat mijn gedachte nog niets zo gek is. Een eeuw geleden hebben ze de eucalyptus meegenomen uit Australië en geplant omdat de bomen snel groeien, goed hout geven en er papier van gemaakt kan worden. Gouden handel dus, toen en nu nog. 7% van het land in Portugal bestaat uit eucalyptus. Maar voor niets gaat de zon op. De bomen zijn zo overheersend dat andere planten verzwolgen worden en verdwijnen, en met hun de biodiversiteit. Wij vinden de geur dan wel lekker, maar insecten niet en dus is er geen vogel te bekennen. De bomen drinken veel in het toch al drogere land en, zoals in Australië al veel gebleken is, ze branden goed. Door de olieachtige laag, die ook verantwoordelijk is voor de geur, is de brand moeilijk te blussen. Bij brand ontploffen de bomen, waardoor er tientallen meters verderop ook een bosbrand ontstaat. En de boom geeft ‘maar’ drie cycli goed hout, wat neer komt op 3 x 10 jaar. Na 30 jaar moet het stuk bos met de grond gelijk gemaakt worden, de grond is volledig uitgeput en droog waardoor er niets nieuws meer op groeit en erosie is het gevolg. Geen bomen betekent minder neerslag en uiteindelijk gaat het richting een woestijn. Roofbouw, veroorzaakt door het snelle geld.

Dat maakt het wandelen door de eucalyptus bossen minder romantisch. Gelukkig voor ons lag het meeste bos achter ons en wandelden we heuvels in met pijnbomen, heide, schapen en herders, gele mimosa in volle bloei en her en der gele bloeiende velden of frisgroen gras. De lente is hier al begonnen, zelfs de lammetjes springen in het rond. Het weer doet eraan mee, overdag is het 18 a 20 graden en we lopen lekker in korte broek.

We hadden een leuk hotel geboekt, ongeveer 3 km vanaf de route. Als je al 25 gelopen hebt niet ideaal maar de hotel eigenaar dacht mee en had ons een short cut gestuurd. Goed idee, ware het niet dat die short cut afgelosten was met een hek met prikkeldraad en twee bordjes privé erop. Dat kan je negeren maar je kan het ook ter harte nemen. Wij hebben dat laatste gedaan. Helaas bleek de hotel eigenaar op pad en zijn vrouw wist van niets waardoor we terug konden lopen en pas via het dorp naar het hotel konden gaan. In plaats van een short cut tikten we die dag zeker 30 km aan. Het hotel had geen restaurant dus nu we toch via het dorp liepen eerst maar even een hapje gedaan. Ook dit dorpje, Odemira, had weinig te bieden. Net als in andere dorpjes hangen er veel, wat oudere, mannen op straat en is er weinig hip and happening. Maar in Odemira is het opvallend hoeveel Indiase mannen er rondlopen. Portugal heeft zuid India gekoloniseerd en ten gevolgde daarvan zijn er, net als in Groot Brittannië, veel Indiërs naar het heersende land gekomen. De Sikh, een religie en bekend door de grote tulband, zijn neergestreken in Odemira, er wonen er momenteel meer dan 5000. Dat heeft een impact op zo’n dorp, onder andere met drie Indiase restaurants. Wij zijn er gek op maar helaas plakte onze schoenen op de vloer vast dus werd het toch weer kip met friet.

De extra kilometers bleken het hotel meer dan waard. Een stijlvolle quinta met een mooie, zeer ruime kamer, een bad en verwarming. In de huiskamer brandde het vuur, kroop de kat op schoot en stond de verse chocoladetaart in de keuken. Buiten liep een dikke kalkoen achter de hond aan, ezels en paarden stonden in de wei, het zwembad was verwarmd en ze hebben een tennisbaan. Een plek om terug te komen, om dan met een mooi boek te cocoonen bij het vuur.

Het luxe ontbijt zorgde ervoor dat we de volgende dag veel te laat vertrokken. Dag vier en we gaan het voelen. Het lijf wordt strammer en mentaal soms iets pittiger. Ik verheugde me op een fijn terras met een koud biertje maar we kregen een Nepalese hap op plastic stoeltjes. Gelukkig was het wel lekker. 27 km in de beentjes kwamen we in het donker aan bij ons volgend plekje. Een olijke Zwitserse eigenaar begroette ons hartelijk, stookte het vuur op in ons huisje en gaf ons een koud biertje. Heerlijk die hartelijkheid overal.

We gaan met de dag meer lopen, want op dag vijf lopen we 30 km, naar Aljezur. De bossen wisselen vaker af met heide en vlaktes, we komen in de buurt van zee, we zien hem liggen. We hebben heerlijk weer en beide een goede dag. Worden vrolijk van de lente in het land en het pad onder onze voeten. Lekker om fit te zijn en zoveel te bewegen.

Met regelmaat lopen er honden een stukje met ons mee. We maken ons soms zorgen of ze terug komen bij hun huis en jagen ze dan maar, met pijn in ons hart, weg. De meeste honden hebben het hier goed en bijna ieder huis heeft er wel een. Soms zien we honden die alleen aan een touwtje vast zitten of in hokken opgesloten zijn. Ze krijgen eten maar geen aandacht. We vragen ons af of de honden die ‘gered’ worden uit deze landen niet juist gefokt worden voor de handel. Dat zou betekenen dat dezelfde mensen die denken te redden juist mede verantwoordelijk zijn voor de hondjes in de kooien. We hebben er aan gedacht om een hondje mee te nemen voor mijn moeder, maar ik zou niet willen dat ik daardoor die handel in stand hou, en we besluiten om het hierom maar niet te doen.

We komen zuidelijker en meer bij de kust, wat zorgt voor meer levendigheid en dorpjes onderweg.Lekker, zo kunnen we soms op een terras neer strijken en de benen even laten rusten. Odeceixe is de eerste stop, een leuk lief dorp met een molen aan de top. Rogil is de tweede maar dat dorp mag geen naam hebben, het is meer een paar huizen langs een provinciaalse weg. Een paar huizen én een heerlijke bakker. We delen een koek en die is zo lekker dat Cindy mij met een grote ogen aankijkt of ze nog iets lekkers mag, als een kind in een snoepwinkel. Ze komt naar buiten met een pastel de nata van johannesbrood. Ik had er wel eens van gehoord, maar wist eigenlijk niet goed wat het was, en niet dat het zo lekker is. De boom geeft een soort peulvruchten, alfarobba. Vermalen geeft dat carobpoeder, een soort cacaopoeder maar minder vet. En daar maken ze de heerlijkste gebakjes van. Zo lekker dat we besloten hebben om er een keer voor terug te rijden. Leuk weetje; De zaden van de peulvrucht zijn allemaal even zwaar en werden vroeger gebruikt als gewichtjes om diamanten en goud aan te duiden. Het gewicht van één zaadje werd een karaat genoemd, en je raadt het al, dat wordt nog steeds gebruikt om het gewicht van goud weer te geven.

Het schijnt trouwens ook zo te zijn dat alfarobba hét geheime recept is van Coca Cola, maar goed, dat is natuurlijk geheim.

In Aljezur slapen we in een eenvoudig maar prima hotel en eten we in een goed restaurant aan de overkant. We zijn moe en rozig en zien verder niets van het dorpje. De volgende dag zijn we namelijk al weer op tijd op pad, 20 kilometer voor de boeg. Minder dan de dagen ervoor en dat is best lekker. De route is wederom mooi. We kletsen veel maar zijn ook regelmatig in gedachten en lopen mijmerend door. Zowel Cindy als ik hebben tijdens de kilometers ieder al een heel boek in gedachten geschreven. De route loopt vandaag een stuk langs de kust, heerlijk die zee lucht. De kust is grillig, hoge rotsen, kliffen en de zee die er vanaf de oceaan tegen aan klapt. De golven zijn hier goed en er liggen her en der surfers te wachten op de mooiste. Diverse soorten vetplanten zorgen dat het zand blijft liggen en kleuren groen rood en geel. Fantastisch mooi.

Er loopt nog een route, wij doen de Historical Way, de oude route die door het land loopt en je hebt de Fisherman’s trail, welke langs de kust loopt en over de paden van de vissers gaat. Op dag drie riepen we enthousiast dat we wel via de Fisherman’s terug konden lopen. Nu op dag zes is het enthousiasme iets afgenomen en is het plan om een stukje bus terug te pakken en dan verder te lopen. De trails blijken elkaar namelijk vanaf deze dag af te wisselen of lopen gelijk, en om nou hetzelfde pad terug te lopen vinden we teveel van het goede.

Bijna op het pad ligt ons geboekte hotel. We staan te twijfelen, want het ziet er dan wel mooi uit en de locatie is super, maar het is er duidelijk heel rustig en we hadden wel behoefte aan gezelligheid. Daarbij werden we niet heel hartelijk ontvangen, ze waren druk voor de dag van morgen, dan waren ze volgeboekt. We zijn een klein stukje doorgelopen naar het bord waar de afstanden op stonden. Nog 12,5 km. Als we dat nog zouden lopen zouden we sowieso te laat zijn om nog een terrasje te pakken en zouden we waarschijnlijk ook zo moe zijn dat we er inmiddels geen zin meer in zouden hebben. Dan toch maar blijven. Nou daar hebben we geen spijt van gehad, de jongen die er werkte veranderde zijn gemoed en maakte een heerlijke maaltijd voor ons klaar, de kamer was heerlijk en had Netflix. Kindje wat wil je nog meer. Nou een heerlijk ontbijt, en die kregen we ook nog.

En maar goed, want er stond ons een pittige dag te wachten. Wat we niet wisten trouwens. Als we via de Fishersmans trail zouden lopen zou het 28,5 km zijn, en via de Historical 36 km. Tijd om de Fishermans te gaan volgen dus. De eerste 12,5 km zou ons leiden naar Carrapateira, waar we hoopten op koffie en een bakkertje. Die 12,5 km bleek een nekkebreker. Het pad bestond uit mul zand, het hele stuk. Ik heb bijna niets gezien van de omgeving omdat ik mij vast beed in het doorlopen. Iedere stap glipte wat effect had om mijn knie, die voor het eerst sinds de loop begon te protesteren. Niks aan dit. Uiteindelijk kwamen we bij zee en gingen we verder over het strand. Lekker dacht ik nog, want het was eb, dus het zal wel makkelijker lopen. Nee hoor, net zo mul als de rest. Toen we bij Carrapateira aankwamen zagen we ook nog dat we een short cut hadden kunnen nemen maar dat het pad voor een ommetje had gekozen. Toen was ik er even helemaal klaar mee. De horeca was nog dicht maar we hebben op het stoepje zitten wachten tot die open ging. Goede keuze, heerlijke lunch. En even bijgetrokken en plan getrokken. Nog een keer mul zand was geen optie en volgens de informatie bleek dat op de Fishermans wel het geval te zijn. Dan nog liever een paar kilometer extra. Daarbij misten we het achterland ook. De kust is mooi, maar ook meer van hetzelfde. Dus daar gingen we, nog 22 km voor de boeg, het zou een latertje worden. Maar we genoten weer van het pad en de omgeving, kwamen door kleine dorpjes, langs lama’s, schapen en geiten herders en hadden het goed naar ons zin. De kilometers vlogen onder de voeten door, behalve het laatste uurtje. Het mentale uurtje. In het donker liepen we Vila do Bispo in. We sliepen in een gloednieuwe BB met vijf kamers een een gezamenlijke keuken. Alle kamers waren leeg, we hadden de hele ruimte tot onze beschikking. Verwarming aan, pizza afgehaald en Netflix op. Deze dag was pittig, totaal 34,5 km, we waren moe, trots en voldaan. Morgen de laatste dag. De Fisherman heeft zich slecht verkocht vandaag en we besluiten om helemaal niet terug te gaan lopen. Het is goed zo.

De laatste dag loopt tot aan de kaap, over een landpunt waar de wind over heen blaast en geen boom kan groeien. Veel grasland en veel schapen. Doet me een beetje denken aan Texel, heb je ook altijd wind tegen. Het tegen hangen in de wind kost me mijn knie. Het zou goed geweest zijn om een rustdag te nemen, maar een rustdag op de laatste dag is gek. En als je ergens aan begint wil je het toch af maken, zo is het nou eenmaal. We zetten door en zitten om 1400 uur met verwaaide koppen aan onze finish; een bierbrouwerij in Sagres. Een hele fijne finish plek…

De bus brengt ons terug naar Nomad en rijdt deels langs de route en plaatsen waar we gelopen hebben. Het geeft ons een beetje mee woed. Wat jammer dat het over is, we hebben er zo van genoten. De inspanning, de natuur, het onderweg zijn, alle leuke hotelletjes. Het lichaam is moe maar de geest niet. We zitten de volgende loop alweer te plannen…


  • 01 Februari 2022 - 19:08

    San Sijm:

    Jemig meiden wat een geweldig verhaal weer, ben weer geheel meegelopen in gedachten. Super leuk weer. Xx San

  • 01 Februari 2022 - 21:07

    Sarie:

    Een mooi verhaal en een geweldige tocht.
    Ik heb het boek “fulltime avonturier” net uit. Ik zou het graag komen brengen, als jullie een beetje “in de buurt” waren. Wat een vrijheid! Ik heb, toen ik het las, vaak aan jouw reizen Pascal, en jullie avonturen nu, gedacht. Groet en geluk voor jullie. Sarie.

  • 01 Februari 2022 - 22:15

    Wil:

    Wat een mooi verhaal en soms heel herkenbaar als het gaat om omgeving en weersomstandigheden. Heerlijk land en geweldig om jullie tocht te volgen.
    Geniet er heel erg van. Hier flinke storm, tegen en koud !

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Cheers to Happiness

Cheers to Happiness!

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 328
Totaal aantal bezoekers 128883

Voorgaande reizen:

23 September 2009 - 29 December 2025

Life is good!

03 Mei 2021 - 01 September 2025

Samen

05 November 2011 - 05 December 2011

Amsterdam - Dakar

Landen bezocht: