Verwennerij - Reisverslag uit San Sebastian, Spanje van Cheers to Happiness - WaarBenJij.nu Verwennerij - Reisverslag uit San Sebastian, Spanje van Cheers to Happiness - WaarBenJij.nu

Verwennerij

Door: Pascale

Blijf op de hoogte en volg Cheers to Happiness

23 Maart 2022 | Spanje, San Sebastian

We verheugden ons om weer in Spanje te zijn, de taal, de levendigheid en het -inmiddels- bekende. Maar toen we de grens over reden zaten er twee ietwat beteuterde koppies in Nomad. De grens tussen Portugal en Spanje was zo duidelijk zichtbaar in de natuur te zien. In Portugal groene heuvels, kurkeiken en bloesem en in Spanje droog, zand en rotsen, geen boom te zien en kale omgegraven landbouw grond. Dit heeft duidelijk niet alleen met het klimaat te maken maar ook met de wijze waarop met het land wordt omgegaan. Spanje put het uit door landbouw.

De teleurstelling zette eerst nog wat door toen we na een eerste troosteloze camperplaats bij een tweede aankwamen, die ook gloorde in ongezelligheid. We hebben de knop omgezet en besloten Merida dezelfde dag nog aan te doen in plaats van morgen. Op zoek naar Spaanse terrasjes en sfeer. Goede beslissing, want nog geen uur laten zat er weer een lach op ons gezicht.

Merida heeft een rijke Romeinse geschiedenis en met de restanten van een forum, theater, arena en brug zijn ze rijk bedeeld. De avond is lekker en de terrassen zijn vol. Precies wat we nodig hadden.

In het donker rijden we naar een dorpje verderop toe, waar een camperplaats is. Dit keer een mooie, direct aan het water én weer een Romeinse brug. Het begint te wennen. In de buurt zijn nog allerlei opgravingen bezig, de Romeinen hebben hier hun kamp opgeslagen gehad. Als ik dat soort verhalen hoor of lees zie ik het helemaal voor me, in Asterix versie. Zo’n ielige Romein slaperig op wacht met zijn helm schuin op zijn hoofd en Obelix die zich verheugd op de aanval.

We maken een reis door de tijd want de volgende dag lopen we Trujillo in en wanen we ons in de 16e eeuw, de tijd dat de scheepsvaarders op pad gingen om de wereld leeg te roven. Trujillo was de thuisplaats van twee conquistadores, veroveraars die naar Latijns Amerika afreisden op zoek naar fortuin. Ze beroofden de Indianen, Inca’s en Azteken, misbruikten ze, dwongen ze tot slaaf of vermoorden ze. Met nog wat ziektes erbij bleef er nog maar 10% van de inheemse bevolking over. Maar als helden kwamen ze terug en maakten het stadje welvarend. En dat maakt dat dit stadje een pareltje is zo mooi en liefelijk. Het heeft een halfvormig plein waar de oude stad aan een zijde boven uit toornt. Dit stadje staat net niet op de Unesco en trekt daardoor veel minder toeristen. En dat geeft juist sjeu, het is bewoont, een oud vrouwtje maakt haar stoep schoon, iemand checkt zijn tomaten in zijn volkstuintje en een hondje doet zijn eigen ronde in de straat. We verloren ons in de romantiek, want als je de prijzen van de woningen checkt zijn ze toch wel degelijk meegegaan met de tijd.

We hadden de perfecte plek op het terras, zonnig, in de hoge hoek van het plein, en konden zo het leven aan ons voorbij zien gaan. We zaten zo lekker dat we geen enkele reden zagen om weer op te staan en sterker nog, dat we het nog maar een dagje gedaan hebben. Daar waren we niet de enige in, de tweede dag zijn we aangeschoven bij een man die er de vorige dag ook al zat.

Wat dit terras ook zo fijn maakte was de Queso de Cesar, een specifieke kaas uit de omgeving. Het is romig maar vol van smaak, en wordt gesmolten in zijn jasje geserveerd. En dan dopen maar. Smullen!

Cascares staat wel op de Unesco en dat is te merken. Ook hier is het oude centrum prachtig bewaard gebleven, alleen hier mist het wat karakter, het lijkt wel een openlucht museum. Groepen worden rondgeleid en de gebouwen zijn óf een museum, óf een kerk óf een hotel. We laten zelfs de terrasjes voor wat ze zijn en blijven lekker even een middagje thuis.

De spieren moeten natuurlijk wel een beetje warm blijven voor de volgende trail en omdat we zin hadden in natuur zijn we naar het NP de Monfragüe gegaan. Een natuurpark wat met name bekend staat om de grootste kolonie monniksgieren ter wereld. Je ziet ze overal vliegen en bovenop de rotsen zitten. Aan de overkant van die rots vind je de grootste kolonie vogelkijkers. Die staan met joekels van lenzen uren te turen. Niet alleen naar die gieren, maar veel vreemde vogels voelen zich hier thuis. Dit weekeind blijkt midden in het park, precies waar ons loopje vanaf start, een belangrijke beurs te zijn voor die vogelkiekers. Gelukkig blijven ze allemaal bij elkaar en is het rustig op het wandelpad. Gezellig rustig, want het is zondag en zoals het een goed Spanjaard betaamd, onderneem je dan wat met familie of vrienden. We worden door zo’n kwebbelend groepje op sleeptouw genomen omdat we door het tentenkamp van de vogelaars geen wijs werden waar het pad startte.

Het bleek een prachtige wandeling met een mooie klim naar een uitzichtpunt waar we bovenop de rots met een aantal andere de lunch hebben genuttigd. Onze vaste wandellunch, een gekookt eitje, smaakt altijd goed, maar ik keek toch wel met een schuin oog naar de Iberico ham die rijk belegd op de broodjes van de andere wandelaars zat.

Om daar wat aan te doen hebben we de volgende dag de place to be voor Iberico ham opgezocht, het dorpje Guijuelo. Na uitgebreide uitleg weten we nu dat er vier kwaliteiten zijn, namenlijk van laag naar hoog, ofwel van beter naar best:

  1. Jamón Ibérico de Cebo
  2. Jamón Ibérico de Cebo Campo
  3. Jamón Ibérico de Bellot
  4. Jamon 100% Iberico de Bellota

De eerste varkens zijn maar gedeeltelijk Iberico ras, mochten niet vrij lopen en hebben graan en mais te eten gekregen. Ze worden geslacht na 10 maanden. Deze ham kan je herkennen aan het witte label. De tweede zijn ook gedeeltelijk Iberico kregen graan en mais en mochten ook af en toe met hun neus in de buitenlucht lopen en daardoor van het onkruid en de eikels kunnen smullen. Deze mochten 12 maanden leven en krijgen het groene label.

De derde is ook deels Iberico ras maar hebben 14 maanden buiten gelopen en mogen onbeperkt eikels eten. Zij hebben het rode label.

De vierde is volledig het Iberico varken en hebben een mooier leven gehad. Niet alleen mochten ze vrij buiten zijn, op een groot stuk grond, hebben ze zich dik mogen eten aan eikels maar hadden ook een langer leven, soms tot 30 maanden. Ze mogen pas geslacht worden als ze minstens 160 kg zijn. Deze hebben het zwarte label en wij kennen die ook wel als Pata Negra, een naam die in Spanje helemaal niet gebruikt wordt trouwens.

Net zoals de Parma ham wordt de ham eerst 8 maanden gedroogd in zeezout om daarna als voorpoot 14 tot 18 maanden te rijpen en als achterpoot 24 tot 26 maanden. Langer dan 30 maanden kan ook, de zogenaamde Reserva.

Als je dit toch weet dan begrijp je ook waarom de ham aan de prijzige kant is. Hier betalen we voor een ons Jamon Iberico de Bellota 12 euro, en dat is een koopje. En lekker!!! Het smelt op je tong en zo vol van smaak.

Ik vind het prachtig om te zien hoeveel respect er is voor eten. Natuurlijk is het beter om geen vlees te eten en ik vind het ook moeilijk om de varkens in de ogen te kijken. Maar van elke hap wordt genoten, vooraf, tijdens en naderhand. Dat is toch beter dan achteloos een hamburger naar binnen te werken.

Zo, nu kunnen we ook fatsoenlijk lunchen.

Niet dat we dat gaan doen, want we gaan eerst even lekker Uit. Met een hoofdletter. Twee nachten in een vijfsterren hotel in de oude stad van Salamanca. De nachten zijn nu tot het vriespunt gedaald en we verlangen naar ontspannen wakker worden, een warm bad en een ruime kamer. Nou die krijgen we. De kamer is zo groot dat wij er wel in kunnen wonen (oké, we hebben niet veel m2 meer nodig), de bedden heerlijk en we zitten heerlijk lang in bad te trutten met zeepjes en maskertjes. En het ontbijt… wauw. Alles is er, waaronder die heerlijke jambon en cava. Het was allemaal zo fijn dat we van twee, drie nachten hebben gemaakt.

Salamanca is mooi. Niet zomaar mooi, maar heel mooi. Ze zeggen de mooiste stad van Spanje en ik geloof ze. Het is niet alleen een lange en rijke historie die van de gebouwen af te lezen is, maar ook zoveel en zo netjes onderhouden. De Kelten, Hannibal, de Romeinen, de Moren en Columbus hebben hun sporen achter gelaten. Het is een studentenstad, de universiteit bestaat als sinds 1218 en het barst van de studenten die in de parken of terrasjes hun studie zitten te doen of lijken te doen.

De gevel van de oude universiteit is vol met ornamenten alsof je naar de ingang van een kerk kijkt.Naast alle verhalen wat daarachter zit heeft de maker een grapje achtergelaten. Er zit namelijk een kikker in verstopt. Als je deze kunt vinden dan rest je voorspoed en een leven vol geluk. Nog meer kan bijna niet, maar voor de zekerheid zijn we aan het turen geslagen en na een minuut of 20 vonden we hem. Gelukkig maar. Alle eerste jaars studenten vinken dit kikkertje af voordat ze beginnen aan hun studie, dit zou ervoor zorgen dat ze hun examen gaan halen.

Het voordeel van zo’n kikkertje in de gevel is dat je eens een keer aandachtig naar zo’n gevel kijkt. Degene die de renovatie op zich nam van de nieuwe kathedraal wilde ook wat aandacht voor zijn werk en heeft op die gevel, je gelooft het niet, een astronaut en een aap die een ijsje zit te eten geplaatst. Stonden we weer te turen.

We beklimmen de kerktoren en genieten van het uitzicht op de stad, de Romeinse brug en de oude en nieuwe kathedraal. Net op het moment dat we de klokken in de klokkentoren aan het bewonder zijn slaan ze twee uur aan. We schrokken ons de kelere, wat een geluid van zo dichtbij! Gelukkig zijn we niet om twaalf uur naar boven gegaan…

Verder doen we wat je in een stad kan doen, bewonderen, struinen, eten, drinken, kijken, zijn, ontspannen, verwennen.

Na deze heerlijke dagen rijden we door naar Santiago de Compostela. Dé stad van de pelgrims enals je, net als ik, al eens een tocht hebt gelopen dan weet je hoe magische die naam is. Santiago nodigt uit om heen te lopen en dat is ook wat wij gaan doen. We laten Nomad achter op een veilige plek net buiten de stad en gaan met de bus naar Porto, om vervolgens via de Camino Portugues terug te lopen, 240 km. Vier uur met de bus heen, een dag of tien lopen terug. Een ervaring die een eigen verhaaltje verdient, zoals te lezen is in het vorige verhaaltje.

We verheugden ons na de camino om weer naar huis te gaan, in ons geval Nomad. Maar net zoals je dan voorheen in een koud huis terecht kwam en de stapel post je direct weer met beide voeten op de grond zette, zo kwamen wij ook weer terug in de realiteit. Nomad stond met zijn bandjes in modderige doorweekte grond, de koelkast wilde het niet doen en de elektriciteit van de camperplaats vloog eruit. En Nomad had het kennelijk koud gehad en gooit dan uit voorzorg al het water eruit. Geen probleem, alleen de knop om dat te voorkomen zit onderin de kelder en daarvoor moet de hele laadruimte leeg. Gelukkig kregen we de volgende dag enkele opklaringen en was aan het eind van de dag alles weer op en top en zaten we lekker in ons joggingbroekje Netflix te kijken. Ff lekker thuis zijn.

Na nog een dagje boodschappen, de was doen en een boek lezen waren we weer bijgetrokken en werd het tijd om een plan te trekken. Langzaam terug naar Nederland, maar hoe langzaam en wat willen we nog doen. Nederland is nog 2500 km verderop dus we zijn er nog niet. Diesel is ook hier goud geworden dus we willen de kilometers ook een beetje bewust af leggen.

De kust is hier mooi, hoge kliffen, wilde zee en groene golvende velden. Een beetje Ierland en om het plaatje compleet te maken doet het weer mee. Grijs, nat en grauw. We maken een mooie rondrit vol met uitzichtpunten. De eerste stappen we nog enthousiast uit, maar onze koppen werden steeds kouder en verwaaider zodat we het op een gegeven moment vanachter het raam ook prachtig vonden.

Het plan was om de noordkust van Spanje af te rijden, iets wat we deels al eens eerder gedaan hebben. Maar de sfeervolle dorpjes en mooie stranden zijn met regen een stuk minder aantrekkelijk en in de winter is alles nog dicht ook. Misschien dat er in het binnenland meer te beleven is.

We hebben veel zin in een zonnig gezellig terras, het zal jullie niet verbazen, maar beide is niet te vinden. Ponferrada heeft alles in zich, een prachtig kasteel middenin het centrum, een pleintje vol met horeca en mooie straatjes, maar de zon en daardoor de mensen ontbreken. Het is uitgestorven. Apple belooft ons de volgende dag volle bak zon en daar houden we ons aan vast. We rijden nog een paar uur door, de kilometers moeten toch gemaakt worden, en eindigen in de buurt van Burgos.

Enthousiast worden we de volgende dag wakker, verheugend op een dagje zomer. Als ik de gordijnen open zie ik een bruin rode laag op het raam liggen, Nomad zit onder het Sahara stof. Zoveel heb ik nog niet eerder gezien, het is alsof we door de Sahara zelf heen rijden. Op de wegen hoopt het zand zich op aan de zijkant, alles zit onder een dikke laag en de zon doet zijn best maar komt er niet doorheen. Daar gaat ons dagje zomeren. Nou goed, we nemen het zoals het komt.

In Santa Domingo de Silos staat een van de oudste kloosters van Spanje. Het heeft een mooie binnenplaats en een 17e eeuwse apotheek vol met oude boeken en flessen. Maar waar we voor kwamen waren de zingende monniken. Dezelfde die in het prachtige nummer van Enigma zingen. We moesten ervoor wachten, want tussen de middag wordt er niet gezongen. Dat wachten deden we in het plaatselijke cafe met een humeurige vrouw die de wijn schonk in vieze glazen en zelf besloot hoeveel fooi ze verdiende. Net iets te laat liepen we de mis binnen en schoven we in de banken. De monniken, een stuk of 20, gekleed in bruin gewaad met muts en touw, waren al begonnen. Ik denk dat mijn verwachtingen iets te hoog waren afgesteld of dat het kwam omdat de beat van Enigma miste, maar het viel een beetje tegen. Ietwat monotoon zongen ze vier of vijf bijbelliederen en toen werden we met wat gewapper de kerk alweer uitgebonjourd. Toch klinkt Enigma nu anders, geluid is samengekomen met beeld.

Het Sahara zand past bij de omgeving, dezelfde kleur met grillige rotsen. De begraafplaats Sad Hill, gebruikt in de de western The Good, The Bad and The Ugly, ligt hier in de bergen en als we parkeren voor een korte wandeling in een kloof staan we voor een saloon. De kloof is zo smal dat als we onze armen spreiden beide wanden aanraken. Boven ons cirkelen de gieren.

Even verderop ligt Covarrubias, op de lijst van de mooiste dorpjes van Spanje en dus een bezoekje waard. Inderdaad mooi, het dorpje bestaat uit vakwerkhuizen en heeft een middeleeuws sfeertje. In de zomer wordt het plat gelopen, nu is alles dicht. We zijn het zat, levendigheid gaan we hier niet vinden, en zetten koers naar Burgos. Daar vinden we het meer, maar bruisen doet het niet. We zijn nu al een half jaar in Spanje maar gedragen ons nog als Nederlanders. De vijf in de klok kennen ze hier als tijd om te werken of het huishouden te doen, wat maakt dat de straten leeg zijn. Zo rond zevenen wordt er geflaneerd en tegen negenen wordt er gegeten. Zit nog niet in ons systeem.

Burgos heeft een prachtige kathedraal, groots en uitbundig. Het mooie is dat de stad hem vrij laat schitteren, hij heeft aan alle zijdes de ruimte. Ook de boulevard aan de rivier is breed met een statige platanen en beelden. Mooie pleinen, een prachtige stadspoort, autovrije straten. Een statig centrum, prettig om te zijn.

We zitten aan het eind van onze periode in Spanje en willen het afsluiten in San Sebastian. Een stad die we de vorige keer hadden overgeslagen omdat we geen parkeerplek konden vinden. Dat is dan weer het voordeel van de winter, het is nu geen enkel probleem. Wel gooit diezelfde winter roet in ons plan, het komt de hele dag met bakken uit de hemel. We stellen ons plan een dag uit en blijven in de camper. We houden het er maar op dat Spanje huilt dat we weggaan.

San Sebastian moet in de zomer helemaal een leuke stad zijn om te zijn, met de stranden direct aan het centrum, maar het is er nu ook helemaal niet verkeerd. Pinxtos daar draait het om, en in de oude stad struikel je over de barretjes met aanlokkende hapjes. We duiken de eerste en de beste in, gespecialiseerd in pinxtos met ansjovis. Ansjovis met krab, ansjovis met olijven, ansjovis met pepertjes en ga zo maar door. Hou ik van, als je iets verkoopt waar je goed in bent.

Er zijn zoveel barretjes dat je ze allemaal aan wilt doen, het is gewoon jammer dat je vol raakt. We neigen ernaar om langer te blijven zodat we er ’s avonds weer een paar aan kunnen doen maar beschermen onszelf. Het kan wel op als het lekker is hoor ik mijn vader zeggen.

We vinden een prachtige plek om te slapen, net voor de grens, in de groene heuvels, met uitzicht op zee en wilde paarden om ons heen. De mist belemmerd het uitzicht maar maakt het niet minder mooi. De volgende dag worden we wakker gemaakt door het geluid van een groepje gezellig kwebbelende vrouwen die met elkaar de zonsopgang bijwonen. Hij schijnt weer en wat maakt dat toch een verschil. Niet alleen wij genieten ervan, er komen veel wandelaars en fietsers naar dit plekje toe en dat werkt aanstekelijk. We zouden eigenlijk vroeg gaan rijden, richting de Dordogne, maar het Nu is wat telt, we hebben onze wandelschoenen aangetrokken en zijn de natuur ingegaan. De vogeltjes zijn net zo blij als wij en de natuur straalt. Het uitzicht is 360o,, aan de ene zijde Hondariba, de Pyreneeën en Frankrijk en aan de andere zijde de oceaan. Mooi plekje om wakker te worden!

In het mooie Hondariba doen we nog een koffie en slenteren en treuzelen wat en dan wordt het toch tijd om Spanje te verlaten. Omdat een Spaanse gasfles zo moeilijk te verkrijgen was zijn we er zuinig op en willen we hem houden. Wel een volle graag. Normaal gesproken even naar de pomp en je hebt een nieuwe, maar vandaag niet. Vijf pompen en anderhalf uur verder hadden we ‘m. Niet alleen wij treuzelen, Spanje ook. We gaan elkaar missen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Cheers to Happiness

Cheers to Happiness!

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 321
Totaal aantal bezoekers 129184

Voorgaande reizen:

23 September 2009 - 29 December 2025

Life is good!

03 Mei 2021 - 01 September 2025

Samen

05 November 2011 - 05 December 2011

Amsterdam - Dakar

Landen bezocht: